Blackjack Woordenboek - meestal wordt de engelse term gebruikt.

Blackjack School

Aas - In een standaard kaartspel van 52 kaarten is dit de kaart met de hoogste rang.

Aas Aanpassing - Als een speler zijn inzet verhoogt of verlaagt naar aanleiding van hoeveel Aazen er nog in het spel zitten.

Aas Five Count- Een kaarten tel strategie. Deze telt alleen vijfen en Azen.

Aas Neutral Count- Een kaarten tel systeem. Deze telt Azen als 0 of negeert ze volledig.

Aas Poor- Een kaartspel dat minder Azen heeft dan gemiddeld (statisch gezien).

Aas Rich- Een kaartspel dat meer Azen heeft dan gemiddeld (statische gezien).

Aas Side Count - De telling van hoeveel Azen al gespeeld zijn.

Actie - Het geld bedrag in het spel gedurende een enkele inzet of het aantal inzetten dat gedaan is over een bepaalde periode.

Anchorman - De speler die op de laatste plaats aan de rechterkant van de dealer zit.

Back Counting - Het tellen van kaarten door toeschouwers.

Balanced Count - Een kaarten tel strategie. Hier is de som van alle kaarten in een kaartspel 0 omdat er een gelijk aantal kaarten is met de min en plus waarde.

Bankroll - Het totale geld bedrag dat een speler heeft om mee te gokken.

Bankroll Management - Een soort strategie of systeem dat de speler gebruikt bij het spelen dat hem toestaat om zijn bankroll verstandig te gebruiken en er voor te zorgen dat het lang meegaat.

Basic Strategie - Dit is de beste blackjack strategie voor de speler die geen kaarten telt.

Grote Speler - De leider van een blackjack team die grote inzetten plaatst als de telling gunstig is.

Blackjack - Als de eerste twee kaarten van een hand in totaal 21 zijn. De naam van het spel en zijn doel.

Blackjack Toernooi - Een blackjack competitie tussen een groep spelers die gespeeld wordt voor een bepaalde periode, waarbij één speler uiteindelijk de winnaar wordt.

Burn Cards - Kaarten die zijn verwijderd door de dealer gedurende het verloop van het spel, meestal na een schudding en een cut.

Bust - Als het totaal van een spelers´ hand over de 21 gaat. Ook wel "Break" genoemd.

Card Counter - Kaart Teller. Een speler die onthoudt welke kaarten er in het spel zijn en welke zijn verwijderd om zodoende een voordeel te hebben over het casino.

Card Counting - Kaart Tellen. Onthouden welke kaarten er in het spel zijn en welke zijn verwijderd om zo een voordeel te hebben over het casino.

Camouflage - Iedere taktiek die wordt toegepast om speel methodes zoals het tellen van kaarten te verbergen voor casino´s.

Fiches - Muntjes die gebruikt worden bij het casino in plaats van cash.

Cut - Het splitsen van het kaartspel nadat het geschud is en voordat de kaarten worden uitgedeeld.

Cut Card - De plastic kaart die wordt gebruik om het kaartspel te splitsen.

Dealer - De persoon die de kaarten uitdeelt. De spelers strijden met de deler.

Deck of Kaartspel - De 52 kaarten van een traditioneel kaartspel dat gebruikt wordt in het spel blackjack.

Deck Penetration - Het percentage van kaarten dat gespeeld wordt uit een schoen of kaartspel voordat de dealer de kaarten weer schudt.

Discard Tray - De plaats aan de rechterkant van de dealer waar de kaarten die gespeeld zijn worden verwijderd.

Double Deck Blackjack - Wordt gespeeld met twee kaartspellen die samen geschud worden.

Double Down - Als een speler zijn eerste inzet verdubbelt en nog een kaart toegedeeld krijgt.

Double Exposure - Een variatie van blackjack waarbij beide kaarten van de dealer met de beeldzijde naar boven liggen.

Draw - Trekken. Ook wel "Hit" genoemd. Waarbij de speler een kaart aan zijn hand toevoegt.

Early Surrender - Vroegtijdig Opgeven. Waarbij een speler zijn hand opgeeft voordat de deler nagaat of er blackjack is (om de helft van zijn oorspronkelijke inzet terug te krijgen).

Eight Deck Blackjack - Acht Kaartspelen Blackjack. Een blackjack spel dat gespeeld wordt door gebruik te maken van 8 kaartspelen tegelijkertijd.

Even Money of Gelijk Geld - Als een speler hetzelfde bedrag betaald krijgt als dat hij oorspronkelijk heeft ingezet.

Verwachting - Het statistische bedrag dat een speler naar verwachting zal winnen of verliezen op een inzet. Dit wordt uitgedrukt in percentages.

Eye in the Sky of Oog in de Lucht - De video bewaking van het casino.

Face Card of Beeld kaart of Plaatje - Een Heer, Vrouw of Boer. Deze hebben de waarde van 10.

Face Down Game of Spel met Beeldzijde naar Beneden - Een spel waarbij de eerste kaart van de speler wordt uitgedeeld met de beeldzijde naar boven en de tweede kaart met de beeldzijde naar beneden.

Face Up Game of Spel met Beeldzijde naar Boven - Een spel waarbij de kaarten altijd worden uitgedeeld met de beeldzijde naar boven.

Favorable Deck of Gunstig Spel - Waar de kaarten die in het spel blijven gunstig zijn voor de speler.

First Baseman - De speler die het dichtst bij de linker kant van de deler zit.

Five Card Charlie - Een hand die bestaat uit vijf kaarten die niet de waarde van 21 overtreffen, wat betekent dat de speler niet stuk is gegaan.

Flat Bet - Waar een speler voor iedere hand hetzelfde inzet.

Floorman - De casino supervisor die de dealer in de gaten houdt.

Hand - De eerste twee kaarten die aan iedere speler worden uitgedeeld.

Harde Aas - Een hand die een Aas heeft en alleen als 1 gebruikt kan worden.

Harde Hand - Een hand met een harde Aas of geen Azen.

Head-to-Head (of Head-on) - Het één tegen één spelen tegen de dealer.

High Roller - Een speler die grote inzetten doet.

Hi-Lo Count - Een kaarten tel strategie. Deze geeft de kaarten 2-6 de telling +1 en beeldkaarten, tienen en Azen een telling van -1.

Hit of "Draw" of trekken. Als een speler een kaart aan zijn hand toevoegt.

Hole Card - De gesloten kaart van de deler met de beeldzijde naar beneden.

House of Huis - Het Casino of de spel operator.

House edge of Winst Marge voor het Huis - Het voordeel dat het casino heeft over de speler. Uitgedrukt in percentages.

Huisregels - De regels die gelden voor een spel bij een bepaalde tafel.

Kelly Betting System (Kelly Criterion) - Een systeem waarbij de speler een percentage van een bankroll inzet dat gelijk is aan het percentage van het voordeel.

Verzekering - Een side bet dat de dealer blackjack heeft, die beschikbaar is als de kaart van de dealer met beeldzijde naar boven een Aas is. Het is beperkt tot de helft van de oorspronkelijke inzet van de speler.

Las Vegas Strip Regels - De regels die gewoonlijk gevolgd worden bij de Las Vegas Strip casino's.

Late Surrender of Late overgave - Als een speler zijn hand opgeeft om de helft van zijn oorspronkelijke inzet terug te krijgen nadat de dealer zijn kaart met beeldzijde naar beneden heeft bekeken en geen blackjack heeft.

Martingale Betting Systeem - Een systeem voor het beheren van je geld dat de speler oplegt om zijn inzet te verdubbelen na ieder verlies.

Mechanic - Een dealer of speler die "snelle vingers" gebruik om vals te spelen.

Mucker - Een speler die vals speelt door het toevoegen van gunstige kaarten in een spel met meerdere kaartspelen.

Multi-level Count - Een kaarten tel systeem dat gebruik maakt van tel waarden die hoger zijn dan plus of min één.

Multiparameter Systeem - Een kaarten tel systeem dat minstens twee verschillende tellingen volgt. In de meeste gevallen combineert het een hoofd tel systeem met een side-tel systeem zoals het tellen van azen.

Multiple-Deck of Meerdere Kaartspelen - Een blackjack spel dat gespeeld wordt met twee of meer kaartspelen die door elkaar geschud zijn.

Natural of Natuurlijk - Een hand waarvan de eerste twee kaarten in totaal 21 zijn ("blackjack").

No double after Split of het niet dubbelen na een splitsing - Een regel die doubling down verbiedt nadat een paar is gesplitst.

Paint - Een kaart met een plaatje van een Heer, Vrouw of Boer.

Pat Hand - Een harde hand met de waarde tussen de 17 en 21.

Perfecte Paren - Een side inzet dat de eerste twee kaarten die de speler toegedeeld krijgt een paar zal zijn.

Pit Boss - Een casino medewerker die gestationeerd is in de pit en toezicht houdt op alle tafel spellen en dealers.

Plug - Als kaarten die niet gespeeld zijn bij de verwijderde kaarten worden gevoegd voordat de kaarten worden geschud.

Plus/Min Telling - Een andere naam voor 'Hi/Lo' kaarten tel systeem.

Point Count - In kaarten tel systemen, dit is de netto waarde van de kaarten telling aan het eind van iedere hand.

Positieve Telling - Een kaarten tel systeem dat een kaartspel aangeeft dat rijk is aan kaarten met de waarde van 10.

Preferential Shuffling - Een methode voor het ontmoedigen van kaarten tellers door eerder of vaker te schudden.

Push - Waar de handen van de speler en van de dealer van gelijke waarde zijn en de inzet van de speler wordt teruggegeven.

Hersplitsing - Het splitsen van een tweede paar dat gevormd is in een hand na het splitsen van het eerste paar.

Round of Ronde - Een complete sectie van het spel in welke alle spelers acties hebben ondernomen met hun handen, de winsten zijn uitbetaald en de verliezen zijn ingenomen.

Running Count - De punten telling aan het begin van iedere deal in het kaarten tellen.

Sessie - De totale tijd die een speler bij het gokken heeft gespendeerd zonder pauze.

Shoe of Schoen - Een bak waarin tot acht geschudde kaartspelletjes kan worden vastgehouden. Het wordt gebruikt door de dealer om kaarten uit te halen.

Schudden - De actie van het willekeurig mixen van kaarten voorafgaande aan het spel.

Shuffle-Tracking - Het zeer nauw in de gaten houden van het schudden om zo te weten waar de meeste Azen en beeldkaarten zijn, om vervolgens het dek zo te splitsen dat deze kaarten in het spel komen.

Shuffle Up - Een methode die wordt gebruik voor het ontmoedigen van kaarten tellen door eerder en vaker te schudden.

Side Count - Het volgen van een specifieke kaart met een telling die apart gehouden wordt van de punten telling.

Single Deck Blackjack - Blackjack dat gespeeld wordt met slechts één kaartspel van 52 kaarten.

Six Deck Blackjack - Een blackjack spel dat gespeeld wordt met 6 kaartspelen. Dit is de meest gebruikelijk vorm van blackjack.

Soft Hand of Zachte Hand - Een hand die een Aas bevat die ook als 1 en ook als 11 kan tellen.

Soft Double - Het verdubbelen (doubling down) met een zachte hand.

Splitsen - Een paar gelijke kaarten uit elkaar halen en hen vervolgens als twee aparte handen spelen.

Spooking - Waarbij een persoon vals speelt door stiekem te kijken naar de kaart met beeldzijde naar beneden terwijl hij achter de deler staat. Hij of zij geeft vervolgens de waarde van de kaart door aan de speler.

Stand of Passen - Waar een speler weigert nog een kaart te ontvangen.

Stand-off - Als de handen van de dealer en van de speler van gelijke waarde zijn en de speler zijn inzet terug krijgt.

Steaming - Een verliezende speler die de controle over zijn emoties verlies en in het wild en roekeloos begint in te zetten.

Stiff Card - De kaart van de deler met de beeldzijde naar boven met een waarde tussen de 2 en de 6.

Stiff Hand - Een hand van een speler met een waarde tussen de 12 en 16.

Surrende of Overgave - Als een speler zijn hand opgeeft om de helft van zijn oorspronkelijke inzet terug te krijgen.

Tafel Limieten - De maximale en minimale gok bedragen die toegestaan zijn voor iedere speler voor iedere speelronde.

Ten-Poor Deck - Een kaartspel dat weinig kaarten met de waarde 10 bevat.

Ten-Rich Deck - Een kaartspel dat veel kaarten met de waarde 10 bevat.

Ten-Value Card - Een kaart met de waarde 10.

Third Baseman - De speler die op de laatste plek aan de rechterkant van de dealer zit.

Tie - Als de hand van de speler en de hand van de dealer dezelfde waarde hebben en de speler zijn inzet terug krijgt.

True Count of Ware Telling - Het totaal aantal punten gedeeld door het aantal kaartspellen in de schoen.

Twenty-One of Eénentwintig - Een andere naam voor "blackjack".

Unit - Het bedrag van een inzet.

Up Card - De eerste kaart gespeeld door de deler met de beeldzijde naar boven.

Vigorish - Het voordeel dat het casino heeft over de speler. Uitgedrukt in percentages.

Whale - Eén van de grootste gokkers in een casino.

Win Rate of Winst Koers - Het gemiddelde bedrag dat een speler ieder uur wint.